Vraag de nieuwe Trayco catalogus aan in 1 klik!

Bevestigingsstuk

CP-P-4

Koppelen met HB12 + SLN41-12
Gelakte uitvoering op aanvraag verkrijgbaar. Het gevraagde RAL kleur wordt gedefinieerd bij uw bestelling.

SKU Artikelcode Uitvoering Verpakking
10213
CP-P-4-DG
DG
50
Standaard
EAN
5415129002135

Montage

Werklast

Norm
IEC61537
Veilige werklast
-
Max. draaimoment
-

Bijkomende informatie

Producteigenschappen
Koppelen met HB12 + SLN41-12
Gelakte uitvoering op aanvraag verkrijgbaar. Het gevraagde RAL kleur wordt gedefinieerd bij uw bestelling.
Equipotentiaalverbinding
IEC61537
EC conformiteitsverklaring
Wij verklaren dat onze producten in overeenstemming zijn met:
- de regels en essentiële eisen van de EG-richtlijn: 2014/35/EU (laagspanning)
- de toepasselijke nationale normen en technische specificaties: CEI IEC 61537

Technische documentatie is beschikbaar bij de fabrikant.

(Op voorwaarde dat de producten worden gebruikt op de beoogde manier en/of in overeenstemming met de huidige installatienormen en/of met de aanbevelingen van de fabrikant.)

Afwerking

Thermisch verzinkt (EN ISO 1461) DG (dipped-galvanised):

Indien kabeldraagsystemen worden blootgesteld aan weersomstandigheden en/of agressieve stoffen (zoals petrochemische toepassingen), krijgen deze een extra behandeling onder de vorm van thermische verzinking. Thermisch verzinken wordt ook wel stukverzinken, volbadverzinken, vuurverzinken of hot-dip galvaniseren genoemd.
Thermisch verzinken is een materiaalkundig proces dat ertoe moet leiden dat staal beschermd wordt tegen corrosie. Wordt deze laag doorbroken, dan treedt het zink op als offeranode, zodat het ijzer door het zink beschermd wordt (ook gekend als kathodische bescherming). Bij het verzinken worden drie legeringen gevormd een eerste ijzer-zink, een tweede zink-ijzer en een derde zink. Om een goede hechting te bekomen is de voorbehandeling van het staal van cruciaal belang hierbij heeft men de volgende processtappen, ontvetten, spoelen, beitsen, spoelen, fluxen, drogen, dippen.
De laagdikte is afhankelijk van de staalsamenstelling, de materiaaldikte en de tijd in het zinkbad. In de verzinknorm NEN-EN-ISO 1461 worden de minimale laagdiktes voorgeschreven (zoals weergegeven in volgend overzicht ), net als de zinkafname per jaar welke afhankelijk is van de omgevingsfactoren. De zinklaag vormt bovendien een uitstekende hechtlaag voor verdere nabehandelingen zo als bedekken met poedercoating en verflagen (beter gekend als duplex systeem).
Een bijkomend voordeel van thermisch verzinken is dat langs randen en punten, waar voorwerpen over het algemeen extra gevoelig zijn voor corrosie, de zinklaag dikker is vanwege het gedrag van de vloeistof.

Minimale zinklaagdiktes volgens ISO 1461:
- Met dompelmethode
Materiaaldikte ≥ 6 mm = min. zinlaagdikte (gemiddeld) 85µm
Materiaaldikte 3 mm - 6 mm = min. zinlaagdikte (gemiddeld) 70µm
Materiaaldikte 1,5 mm - 3 mm = min. zinlaagdikte (gemiddeld) 55µm
Materiaaldikte < 1,5 mm = min. zinlaagdikte (gemiddeld) 45µm
- Met trommelmethode (kleinere stukken)
Materiaaldikte ≥ 3 mm = min. zinlaagdikte (gemiddeld) 55µm
Materiaaldikte < 3 mm = min. zinlaagdikte (gemiddeld) 45µm

Montage